De wetgeving

wetgevingIedereen moet zich aan de wettelijke regels houden. De dierenarts ook, het baasje ook. Helaas zijn de wetteksten niet altijd gemakkelijk te lezen voor het publiek, waardoor de kennis van wetgeving omtrent de uitoefening van diergeneeskunde veel te wensen overlaat. Dit leidt vaak tot onaangename situaties, als de eigenaar iets verwacht dat in strijd is met de wetgeving. Ik zal hier op een eenvoudige manier een paar typische voorbeelden uitwerken.

Het is voor de dierenarts verboden:

  • Diagnose te stellen zonder kennis te nemen van de feitelijke toestand van het dier. Dit houdt in – telefonische of online consultaties, zonder lichamelijk onderzoek van het dier, zijn NIET toegestaan.
  • Geneesmiddelen te verschaffen voor een dier dat niet onder zijn/haar behandeling staat. De dierenarts moet op zijn minst beschikken over het medische dossier van het dier, opgemaakt door een andere dierenarts.
  • Geneesmiddelen met de UDD status te verschaffen. Bepaalde medicijnen, o.a. verdovende middelen, hormonale middelen, entstoffen, mogen uitsluitend door de dierenarts toegediend worden.
  • Grote hoeveelheden geneesmiddelen te verschaffen zodat de eigenaar een voorraad kan aanleggen. De dosis moet afgestemd zijn op de individuele behoefte van het zieke dier, na onderzoek en diagnosestelling.

Dus, telefoons zoals “Mijn cavia is ziek, wat zou ermee aan de hand zijn?” of “Mijn cavia is ziek, welke medicijnen moet ik hebben?” of “Kun je mij medicijnen opsturen?” worden snel beëindigd. Ook als u zelf “diagnose” hebt gesteld met de hulp van Dr. Google, kunt u van mij geen medicijnen noch andere middelen verwachten. U wordt vriendelijk verzocht een afspraak te maken, bij mij of bij een van mijn talrijke collega’s. Er wordt echter NIET ingegaan op uw verzoeken om het dier telefonisch te “behandelen”.

Uiteraard is de wetgeving er niet voor de sier. Het zijn logische regels die ingesteld zijn voor de veiligheid en welzijn van de dieren. Om de patiënten op de juiste manier te kunnen behandelen, om fouten en misbruik te voorkomen, om antibioticaresistentie tegen te gaan enz. Het “dokteren” op afstand is niet alleen onprofessioneel, maar ook potentieel gevaarlijk voor het dier. Stelt u zich voor, u belt voor een cavia met diarree. Geen probleem, zeg ik, geef hem wat antibiotica. Achteraf blijkt het dat de diarree niet door bacteriën, maar bv door parasieten was veroorzaakt. Het diertje gaat dood, terwijl hij met de juiste medicatie had kunnen herstellen. Noemt u dit de goede zorg?

Voor iedereen die logisch kan nadenken en dierenwelzijn hoog in het vaandel heeft, zijn de regels helder, logisch en nuttig. Voor overige individuelen – dit zegt de wet, einde discussie.

(Regeling diergeneeskundigen, art. 5.5, Besluit diergeneesmiddelen, art. 5.8.)